Genesis 14:22

SVDoch Abram zeide tot den koning van Sodom: Ik heb mijn hand opgeheven tot den HEERE, den allerhoogsten God, Die hemel en aarde bezit;
WLCוַיֹּ֥אמֶר אַבְרָ֖ם אֶל־מֶ֣לֶךְ סְדֹ֑ם הֲרִימֹ֨תִי יָדִ֤י אֶל־יְהוָה֙ אֵ֣ל עֶלְיֹ֔ון קֹנֵ֖ה שָׁמַ֥יִם וָאָֽרֶץ׃
Trans.wayyō’mer ’aḇərām ’el-meleḵə səḏōm hărîmōṯî yāḏî ’el-JHWH ’ēl ‘eləywōn qōnēh šāmayim wā’āreṣ:

Algemeen

Zie ook: Abraham, Bera (persoon), Hand (lichaamsdeel), JHWH, Sodom

Aantekeningen

Doch Abram zeide tot den koning van Sodom: Ik heb mijn hand opgeheven tot den HEERE, den allerhoogsten God, Die hemel en aarde bezit;


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֥אמֶר

zeide

אַבְרָ֖ם

Doch Abram

אֶל־

tot

מֶ֣לֶךְ

den koning

סְדֹ֑ם

van Sódom

הֲרִימֹ֨תִי

opgeheven

יָדִ֤י

Ik heb mijn hand

אֶל־

tot

יְהוָה֙

den HEERE

אֵ֣ל

God

עֶלְי֔וֹן

den allerhoogsten

קֹנֵ֖ה

bezit

שָׁמַ֥יִם

Die hemel

וָ

-

אָֽרֶץ

en aarde


Doch Abram zeide tot den koning van Sodom: Ik heb mijn hand opgeheven tot den HEERE, den allerhoogsten God, Die hemel en aarde bezit;

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!